Les 10: Steile bocht en slow flight

Les: 10 – Gemaakte uren: 0:55. Totaal aantal uren: 8:35

Na een hele week van slecht weer beloofde het vandaag goed VFR-weer te worden. De bewolking hing op 20.000 ft en het zicht was meer dan 10 km, dus: geen vuiltje aan de lucht. Behalve dan de flinke wind die er stond, namelijk 12 knopen, met vlagen van 18 knopen. Een groot deel daarvan stond dwars op de baan in Teuge, dus het was niet de ideale dag om landingen te oefenen. En crosswind-landingen staan pas voor later op het programma, als ik de gewone landing in de vingers heb.

Maar gezien het goede zicht en de hoge bewolking konden we vandaag eindelijk de steile bocht (steep turn) gaan oefenen, die al weken op het programma stond maar door het slechtere weer telkens werd uitgesteld.

Een standaardbocht die we draaien is een bocht met een 30 graden “bank angle”. In zo’n bocht verlies je een klein beetje snelheid, maar dat nemen we op de koop toe. Als je steiler gaat draaien (45 of zelfs 60 graden), dan gaat het vliegtuig sneller afglijden en verlies je ook een stuk meer snelheid. Ook nemen de G-krachten toe (2G bij een 60 graden bocht), waardoor een steile bocht net iets intensiever is dan een normale 30 graden bocht. De steile bocht is ook geen normale procedure, maar kan wel belangrijk zijn als je een keer moet uitwijken voor bv. ander verkeer in de lucht. Je wil dan wat sneller weg kunnen draaien, en het is goed om dat geoefend te hebben.

Bij het draaien van een steile bocht geef je, zodra je de 30 graden passeert, een beetje gas bij om te compenseren voor het snelheidsverlies, en vervolgens moet je behoorlijk aan je yoke trekken om je hoogte te bewaren. En ondertussen krijg je dus de G-krachten op je lichaam. Een apart gevoel! Daarbij waaide het ook nog eens stevig, waardoor het soms extra moeite kostte om zowel de snelheid als de hoogte vast te houden.

De vlucht op Flightradar24.com

Deze oefening is ook perfect om het “neusstandvliegen” te oefenen. In plaats van op je instrumenten te kijken of je hoek 45 graden is probeer je dat puur op zicht te doen. Dit kun je doen door te kijken welk deel van de motorkap tijdens de bocht op de horizon staat. Je weet dan de volgende keer dat je bij diezelfde stand ook weer 45 graden draait. Zodra het vliegtuig te steil draait of afglijdt zie je dit meteen, omdat je dan onder de horizon zakt met je visuele punt. Omdat je in een bocht naar rechts hoger zit dan in een bocht naar links (je zit namelijk links in het vliegtuig) hebben we zowel de steile bocht over rechts als de steile bocht over links een keer of 4 geoefend. Op het einde kon ik hem redelijk goed zelf vliegen, en na 8 snelle steile bochten vonden we het ook wel mooi geweest. Op Flightradar24.com was de vlucht weer goed te zien. Klik op het bovenstaande plaatje voor een filmpje.

Omdat het zo hard waaide was het ook een leuke dag om nog een keer slow flight te herhalen. We hebben dit recht tegen de wind in gedaan. Omdat de “indicated airspeed” in je vliegtuig de snelheid t.o.v. de luchtstroom is kan bij harde wind de “ground speed” (oftewel: de snelheid t.o.v. de grond) behoorlijk afwijken van je indicated air speed. Sterker nog: als de wind hard genoeg is kan het zelfs zijn dat je t.o.v. de grond achteruit vliegt! Dit wilden we gaan proberen.

Jammer genoeg waaide het net niet hard genoeg om achteruit te vliegen, maar bij een indicated airspeed van 55 kts bleken we een grondspeed te hebben van ongeveer 15 kts. Dat is dus nog geen 20 km/uur, en toen ik uit het raampje keek zag ik ook dat we nauwelijks vooruit kwamen.

Na deze oefening, die qua uitvoering verder prima ging, zijn we weer gaan dalen en teruggekeerd naar SIERRA voor onze approach. Omdat het vliegen van de circuits inmiddels routine begint te worden heb ik vandaag ook de volledige RT zelf gedaan. En dat ging, volgens de instructeur, helemaal foutloos. Leuk!

We hebben nog één touch-and-go gedaan en daarna zijn we geland. De cross-wind landing was erg uitdagend, dus ik had wat hulp van Sander nodig, maar toch nuttig om alvast eens te ervaren wat het verschil tussen een normale landing en een crosswind landing is. Het was een erg veelzijdige les, met verschillende oefeningen en de RT als extra nieuwtje. Het begint allemaal steeds meer op z’n plek te vallen en ik kan niet wachten op de eerste solo en het vervolg van de opleiding: het navigeren en het vliegen van cross-country vluchten.

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *